Dat betekent dat de normale vrij opneembare spaarrekening, het zogenoemde Direct Sparen dat zonder beperkingen is een rente biedt van niet meer dan 1 procent.
Voor mensen met vrij vermogen heeft de verlaging van de spaarrente consequenties. Zij betalen namelijk 1,2 procent vermogensrendementsheffing bij een fictief rendement van 4 procent. De combinatie van de lage spaarrente en inflatie maakt dat zij meer belasting betalen op hun spaartegoeden dan dat zij erop verdienen.
Volgens Spaarrente.nl betalen spaarders bij deze rentetarieven 70 tot 109 procent van hun rendement af aan de Belastingdienst.
Het kabinet werkt op dit moment aan wijzigingen in het belastingstelsel en wil ondermeer de vermogensrendementsheffing aanpassen dan wel afschaffen, zoals ook geadviseerd is door de Commissie-Dijkhuizen in 2013. De VVD bepleit de vrijstelling op vermogen te verhogen van 21.139 naar 100.000 euro.
De dalende spaarrentes maken dat een toenemend aantal particulieren overweegt om te gaan beleggen. Daarover bestaat in de markt ook bezorgdheid, omdat het om mensen gaat met weinig tot geen beleggingservaring, die bij koersfluctuaties weer snel zouden kunnen uitstappen wat tot marktvolatiliteit zal leiden.
In Zwitserland komt het inmiddels al voor dat klanten bij de banken geld toe moeten leggen om een spaarrekening te mogen aanhouden.