Quantcast
Channel: Investment Officer
Viewing all articles
Browse latest Browse all 14268

Oliestaten tussen hamer en aambeeld

$
0
0

Oproer in de straten van Tunesië tot Thailand, volksprotesten tegen elites die verdacht worden van zelfverrijking en corruptie, door religie en etniciteit gedreven (burger)oorlogen en separatisten die zich gewapenderhand van centrale regeringen willen afsplitsen.

De financiële markten halen er veelal hun schouders (nog) over op. Ze spreken van exogene krachten, die volgens hen nagenoeg geen effect hebben op de koersen van obligaties en aandelen; zij focussen zich op de endogene factoren van (monetaire) autoriteiten die de touwtjes strak in handen hebben. Ten onrechte, vindt de geopolitieke strateeg en consultant Pippa Malmgren: geopolitieke spanningen bepalen sinds de geëxplodeerde schuldencrisis van 2008 in toenemende mate de loop van de wereldgeschiedenis.

Zo zijn de meeste brandhaarden toevalligerwijs gelegen in regio’s en op continenten waar de grootste energie- en grondstoffenvoorraden van de wereld zich bevinden. Dat geldt voor het Midden-Oosten, waar Islamitische Staat en Al-Qaeda het voortbestaan van staten bedreigen, en voor Centraal Afrika, waar extremistische islamitische groeperingen als Boko-Haram de status-quo ondermijnen.

De gewapende strijd in het hart van het Midden-Oosten kan in potentie de wereldeconomie lam leggen – bijvoorbeeld als de ontluikende burgeroorlog in Jemen zou overslaan naar buurland Saoedi-Arabië – het grootste olieproducerende land ter wereld. Als dat gebeurt, en extremisten zijn daar beslist op uit, zegt Malmgren, dan zou dat de wereldeconomie destabiliseren.

Zo ver is het nog niet, want er heeft zich een Arabische coalitie gevormd om de crisis in Jemen te isoleren. Maar ondanks die inzet is duidelijk dat vrijwel de hele regio nu door machtsconflicten tussen burgers en machthebbers en tussen Saoedi-Arabië en Iran in brand staat.

De fragiliteit van deze regio en de dreigende fall-out voor de rest van de wereld zullen voorlopig blijven bestaan. De regio zal nog jaren het centrum blijven van de wereldwijde olieproductie, ondanks alle pogingen tot duurzame energie en energieonafhankelijkheid.

Abdallah Salem el-Badri, secretaris-generaal van oliekartel Opec, was daar in maart 2015 tijdens een oliecongres in Bahrein helder over. Hij wees erop dat de energiebehoefte tussen nu en 2040 met 60 procent zal stijgen – een extreem afwijkend spiegelbeeld van de 50 procent prijsdaling waarvan tussen juni 2014 en januari 2015 sprake is geweest.

De extreme groei van de vraag zal zich vooral voordoen in het Verre Oosten, dat 71 procent van die stijging voor zijn rekening zal nemen. De olieproductie loopt op tot 111 miljoen vaten olie per dag, tegen 90 miljoen vaten nu. De Opec schat in dat die stijgende vraag tot 2040 10.000 miljard dollar aan extra investeringen zal vereisen in de winning en exploitatie van olie.

Maar er zijn ‘known unknowns’, hield El-Badri zijn gehoor voor, zoals de rol van speculanten, technologische ontwikkelingen en de uitkomst van de onderhandelingen over een beoogd VN-verdrag over klimaatveranderingen, eind dit jaar. Daarnaast wees hij op de ‘unknown knowns’. Dat zijn volgens hem geopolitieke ontwikkelingen en extreme weersomstandigheden.

En dan zijn er de ‘known knowns’, die voormalig minister van Defensie Donald Rumsfeld in zijn historisch geworden citaat over onze onzeker geworden wereld heeft benoemd. In het geval van de oliemarkt is dat een prijs geweest van 112,36 dollar per vat in juni 2014 tegen 57,33 dollar aan het einde van het jaar.

‘Mij wordt vaak gevraagd wat de verklaring is voor die volatiliteit’, vertelde El-Badri zijn gehoor in Bahrein. Het antwoord op deze retorische vraag gaf de secretaris-generaal met de diplomatieke omzichtigheid waar men in het Midden-Oosten het patent op heeft. Hij sprak van een vraag naar olie die achterbleef bij de projecties, van een aanbod dat 2 miljoen vaten per dag groter was dan verwacht en van het verstorende effect van speculanten en technologische vooruitgang. Verder dan dat trok El-Badri de sluier van de mystiek rond de historische Opec-vergadering van 11 juni 2014 in Wenen niet op.

De extreem snelle prijsdaling sinds deze vergadering heeft veel speculaties gevoed – de meest wilde trouwens. Sommige bronnen stelden dat de Saoedi’s met deze prijsval Rusland en Iran inkomsten willen ontnemen, andere bronnen hielden het erop dat de Saoedi’s de Amerikaanse schalieolierevolutie in de kiem wilden smoren. Door de olieprijs extreem omlaag te brengen, zouden de marges voor de zwaar gefinancierde schalieolie-exploitanten kunnen eroderen en hun marktpositie onhoudbaar worden.

Maar het liep allemaal heel anders, zo beschrijft de Financial Times in een reconstructie: de oliewinning in het door oorlog geteisterde Libië herstelde veel sneller dan verwacht en de winning van olie uit schalievelden gaat ook veel succesvoller en goedkoper dan tot voor kort nog werd aangenomen.

Schalieolie is sneller tot productie te brengen dan conventionele oliebronnen en als men de indrukwekkende technologische vooruitgang weet vol te houden, dan kunnen de VS een concurrent worden voor de relatief goedkope oliewinning in landen als Saoedi- Arabië.

De energieonafhankelijkheid van de VS en de verschuiving van de olievraag van het Westen naar het Oosten zullen grote gevolgen hebben voor het Midden-Oosten, benadrukt het Oxford Institute for Energy Studies. De gezaghebbende Britse denktank schrijft dat er 23 gebieden buiten de VS zijn waar ook schalieolie te vinden is. Het zou naar schatting gaan om 345 miljard vaten, hetgeen 10 procent van de wereldwijde reserves is.

Ontwikkeling van deze olievelden zou een aanbodschok veroorzaken die Golfstaten uit kernmarkten zou drukken, waarschuwt het instituut in een paper over de Amerikaanse schalierevolutie en de invloed die dat heeft op de Golfregio.

De beschikbaarheid van grote hoeveelheden olie (en gas) buiten het Midden-Oosten heeft het geopolitieke belang van deze regio veranderd, stelt het energie-instituut uit Oxford. Zo zoeken West-Afrikaanse landen al naar alter- natieven voor de VS die geen olie meer afnemen, namelijk in Azië, terwijl ook Russische, Venezolaanse en Mexicaanse olieleveranciers dat inmiddels doen. Het gevolg is een zeer scherpe prijsconcurrentie – en vaak zelfs prijserosie – op de groeiende Aziatische markten.

Tegelijkertijd leidde de energierevolutie in de VS ertoe dat de Amerikaanse regering in 2012 aankondigde de aanwezigheid in de Golfregio af te bouwen ten gunste van Azië-Pacific, waar haar belangen vol op die van China botsen.

‘Sommige olieproducerende landen in de regio zullen zien dat hun leiderschap onder zware economische en politieke druk komt om te hervormen en dat inkomsten verminderen en het risico toeneemt dat deze landen stranden ten gevolge van olie-importeurs die andere leveranciers zoeken’, schrijft Citibank.

Ook wijzen experts erop dat de stapsgewijze afbouw van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in de regio de landen in deze regio kwetsbaarder maakt voor interne en externe dreigingen. Of, zoals Fred Upton, voorzitter van de invloedrijke energiecommissie van het Amerikaanse Congres, medio vorig jaar al zei: ‘We kunnen onze energie als een diplomatiek middel inzetten. Wij kunnen in onze binnenlandse behoefte voorzien en hebben genoeg voor onze bondgenoten in plaats van dat we gijzelaar zijn van instabiele regio’s in de wereld.’

Gijzelaar van de huidige fragiele wereld is vooralsnog Europa, dat (nog) zeer afhankelijk is van olie uit het Midden-Oosten en van gas uit Rusland.

Malmgren: ‘De Russen hebben de energiekaart al getrokken. Ze zeggen tegen de Grieken: geef de euro op, stap uit de muntunie en sluit je aan bij onze Euraziatische ruimte en wij zullen je in ruil daarvoor van cash voorzien. Cash dat het zwaar verschuldigde Europa niet meer heeft. Daarmee staan de huidige geopolitieke uitdagingen nu bovenaan de agenda van de hele eurozone. Dat zijn ontwikkelingen die iedere belegger mee moet wegen in zijn beleggingsproces.’

Dit artikel is opgenomen in het Fondsnieuws magazine van april.

 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 14268