President Mario Draghi van de Europese Centrale Bank moet in een helikopter over de eurozone vliegen en overal waar mensen wonen met bankbiljetten strooien. Dat is de beste methode om de bestedingen aan te jagen en daarmee de inflatie en groei weer op peil te krijgen, aldus ECB-watcher Wolfgang Münchau.
De Duitser sluit daarmee aan bij een groeiende groep supporters van het paardenmiddel: gratis geld voor de bevolking. Het idee komt van Nobelprijswinnaar Milton Friedman. Steeds meer economen prefereren het boven de kwantitatieve verruiming zoals Draghi die
voorstaat.
Draghi's voornemen om de komende anderhalf jaar voor 800 miljard euro aan staatsleningen op te kopen is 'too little, too late', stelt Münchau. De oprichter van EuroIntelligence in Oxford, dat informatie en analyses over de eurozone verkoopt, en columnist en oud-Frankfurt-correspondent van de Financial Times vindt het tijd voor extremere acties. 'Radicaler beleid is vereist.'
De helikopter is een metafoor. Maar het plan is echt. Als je iedere belastingbetaler in de eurozone 1000 euro geeft, kost dat 300 miljard euro, rekent Münchau voor. Kun je nagaan wat er gebeurt als je per persoon 10.000 euro uitreikt. 'Als dat geld wordt uitgegeven, komt er een tekort aan aanbod. Prijzen zullen stijgen en bedrijven gaan investeren om de productie op te voeren.'
Critici noemen Draghi’s plan overbodig. U vindt het te laat?
'Het had één of zelfs twee jaar eerder gemoeten. Ik heb me hier in 2013 al hard voor gemaakt. Toen begon de kerninflatie – die olie- en voedselprijzen buiten beschouwing laat – al ver van het 2 procent-doel van de ECB af te dwalen. De ECB dacht dat de inflatie in 2014 weer zou aantrekken. Dat is niet gebeurd, zodat met dit plan is begonnen toen de inflatie al lager was dan hij moet zijn. Er moet nu een situatie hersteld worden, wat veel moeilijker is dan een situatie in stand te houden, zoals de Amerikanen en de Britten hebben gedaan. Zij hebben bovendien geprofiteerd van een herstel op hun huizenmarkt. Dat effect zal in de eurozone minder spelen, reden waarom je niet kunt zeggen dat wat bij hen heeft gewerkt in de eurozone ook zal aanslaan.'
Toch: de economie in de eurozone vertoont tekenen van herstel. Waar praten we nog over?
'De economie krijgt een oppepper van de lage olieprijs en de export profiteert van de gedaalde eurokoers. Ik verwacht dan ook een robuust 2015 en de effecten zullen ook in 2016 nog wel doorlopen. Maar het voordeel van de lagere olieprijs werkt maar één jaar door natuurlijk. En de inflatieverwachting blijft laag. Kijk naar de loonstijging in de Duitse publieke sector. Daar is een loonstijging van 4 procent voor twee jaar overeengekomen, ofwel 2 procent per jaar. Dat lijkt heel wat. Maar als de economie met 2 procent per jaar groeit en je ervan uitgaat dat het personeel daar op zijn minst een deel van krijgt, zeg 1 procent, dan zouden de lonen eigenlijk met minstens 3 procent per jaar moeten stijgen. Tenminste, als je een inflatieniveau van 2 procent hanteert.'
Niet iedereen vindt lage inflatie of zelfs deflatie slecht. Waarom u wel?
'Het probleem is niet dat we kampen met één of twee maanden van negatieve inflatie, dat kan gebeuren als de olieprijs daalt. Het probleem is dat de inflatieverwachtingen voor de komende jaren ook onder het doel van de ECB liggen. Dit is een "1 procent inflatie-economie” en dat heeft gevolgen voor loononderhandelingen en dus voor wat de mensen uit te geven hebben. Er is een reden waarom er gekozen is voor een inflatiedoel van 2 procent. Die is dat je dan ver genoeg van de 0 procent verwijderd blijft en je dus een inflatieshock kunt opvangen.'
Inflatie, zegt men wel, is als een fles ketchup. Je slaat op de onderkant en eerst gebeurt er niets, maar dan komt alles tegelijk. Dreigt dat straks niet?
'Ik ben het met Draghi eens als hij zegt dat er een houdbaarheidstermijn geldt voor mensen die hoge inflatie voorspellen. Mensen voorzagen dat de lagere rente en kwantitatieve verruiming voor inflatie zouden zorgen. Dat is nergens gebeurd. Niet na vijf jaar en, we zijn bijna zover, ook niet na tien jaar.'
Waarom is Draghi’s nieuwste bazooka behalve te laat ook te klein volgens u?
'De 800 miljard die is aangekondigd voor het programma is goed voor 6 procent van de uitstaande obligaties. Bij de Britten en de Amerikanen ging het om 20 tot 30 procent. Natuurlijk, het programma van Draghi kan groter worden als het ook na september 2016 doorloopt. Maar ik zie dat niet gebeuren. Want als het programma aanslaat, dan is er geen reden om ermee door te gaan. En slaat het niet aan, dan natuurlijk ook niet.'
Er worden momenteel te weinig obligaties aangeboden. Is een groter opkoopprogramma niet alleen daarom al onhaalbaar?
'Het aanbod is laag door het strakke begrotingskeurslijf dat geldt in de eurozone. De banken houden hun obligaties vast, alleen internationale beleggers verkopen hun stukken. Probleem is dat de kans groot is dat zij de opbrengst buiten de eurozone herinvesteren. Dat zal de koers van de euro verzwakken, wat goed is voor de export. Maar het beoogde effect – dat nationale partijen de opbrengst uitzetten in de lokale economie – bereik je niet.'
Dan resteert wat u betreft dus het ‘helikoptergeld’?
'Bij kwantitatieve verruiming werk je van boven naar beneden: je moet maar afwachten of het geld dat je erin pompt uiteindelijk bij de consument terechtkomt, zoals de bedoeling is. Bij helikoptergeld werk je andersom. Je geeft het aan de consument en dan moet het naar boven toe doorsijpelen. Dat is veel directer. Natuurlijk, er zal nog veel moeten gebeuren voordat de geesten hier werkelijk rijp voor zijn. Maar in theorie moet het werken en in de praktijk waarschijnlijk ook. Het is volkomen legaal en ik denk ook echt dat het gaat plaatsvinden.'
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine van april.