'Je hoort het d-woord steeds meer, het gonst ervan', aldus De Jong. Veel mensen zijn bang dat de inflatie niet alleen onder de doelstelling ligt, maar direct doorslaat in deflatie. 'Wat als afschrikwekkend vooruitzicht wordt gezien.'
Gevaar overdreven
Al moeten de risico's niet genegeerd worden, in een Macro Weekly-column stelt de ABN Amro-econoom dat de gevaren worden overdreven. 'Geen paniek is mijn advies', zegt hij.
Een van de paniekzaaiers is in zijn ogen The Economist. Dit Britse weekblad schreef van de week dat 'de euro eerder vandaag dan morgen ten val zal komen'. Daarbij werd een somber deflatiescenario geschetst.
De Jong nuanceert dit door onderscheid te maken tussen goede en slechte deflatie. Goede deflatie wordt veroorzaakt door efficiëntere en daarom goedkopere productie of door daling van grondstoffenprijzen, zoals olie.
Slechte deflatie
Slechte deflatie ontstaat daarentegen als er te weinig vraag is, waardoor een negatieve prijs- en loonspiraal kan ontstaan. Dit laatste is in de jaren dertig en recenter in Japan gebeurd.
De huidige daling van de inflatieverwachtingen hangt volgens de econoom vooral samen met de dalende olieprijzen. Veel van de schokken waar Japan mee te maken had gelden niet voor de eurozone, vervolgt hij.
Bovendien is er een verband tussen werkloosheid en inflatie. De werkloosheid neemt intussen af en de lonen kunnen weer stijgen. 'Het ziet er gelukkig naar uit dat de Europese arbeidsmarkt het keerpunt heeft bereikt.'
Economie mee
Economisch krijgt de eurozone ook de wind weer wat mee. 'De goedkope olie maakt bijvoorbeeld een groot verschil en ook de zwakke euro is gunstig.'
Vervolgens kijkt De Jong naar een aantal Zuid-Europese landen, waar wel degelijk sprake was van deflatie. Na prijs- en loondalingen is de groei aangetrokken. 'Ik concludeer dat deflatie in deze landen niet slecht voor de economie blijkt.'