Dat is wat Charles Ellis (foto) beweert, oprichter van Greenwich Associates en adviseur van de passieve asset manager Vanguard. Hij schreef recentelijk in het juli/augustus-nummer van de Financial Analysts Journal dat actieve managers 'with rare exceptions, are no longer able to earn its keep'.
De 79-jarige Ellis spreekt van een 'mutually assured destruction of outperformance'. Volgens hem worden actieve managers dankzij technologie en toegenomen kennis sneller en intelligenter, maar daardoor wordt de markt juist ook efficiënter en moeilijker te verslaan.
Dit maakt dat het spel van outperformance behalen na aftrek van kosten niet langer een spel is dat de moeite waard is om te spelen, aldus Ellis.
Creatieve destructie
De schrijver van de bestseller 'Winning the Loser's Game' stelt dat de fees dalen en dat daardoor een proces van 'creatieve destructie' plaatsvindt. Op dit moment is ongeveer 28 procent van het totaal beheerde vermogen onder gebracht in passieve producten, in 2000 was dat nog 8 procent.
Ellis denkt dat er sommige actieve managers zullen overblijven, maar niet veel. Vanguard beheert nu meer dan 3.000 miljard dollar en is na BlackRock de grootste asset manager ter wereld.
Weerwoord krijgt Ellis wel degelijk, ondermeer van Aaron Task, hoofdredacteur van Yahoo. Hij komt niet met een verdediging van actieve managers, want die presteren inderdaad systematisch onder de benchmark. Maar, zegt hij, als iedereen van mening is dat indexfondsen en trackers de best denkbare beleggingsvorm zijn, dan is het tijd om contrair te gaan.
Stockpickers
Het biedt kansen aan stockpickers die zich uitsluitend focussen op ondergewaardeerde aandelen die nu juist in de veelal marktgewogen indices op basis waarvan indexbeleggers opereren onderbelicht blijven.
Ook valt in de markt de opvatting te beluisteren dat indexbeleggers kuddedieren zijn en dat het lemmingen-gedrag van de markt nu juist een gouden tijd doet aanbreken voor waardebeleggers.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: