Dat schrijft Willem van der Scheer, senior product developer bij ING Investment Management, in een bijdrage aan het jongste nummer van het VBA-magazine.
HFC de maat genomen
Van der Scheer gaat in zijn artikel in op de in 2010 geponeerde stelling van Piet Sebrechts van het Holland Financial Centre, dat de in 2005 doorgevoerde wetsaanpassingen het vestigingsklimaat voor beleggingsfondsen in Nederland hebben verbeterd. Van der Scheer komt op basis van eigen onderzoek tot een tegenovergestelde opvatting.
Sebrechts dacht zelfs dat het dankzij de verbeteringen in wet- en regelgeving mogelijk zou zijn dat beleggingsfondsen zich zouden verplaatsen van Luxemburg naar Nederland. Het tegendeel is het geval, zo laat van der Scheer zien.
De structuren van de Fiscale Beleggingsinstelling (FBI), de Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI) en het fonds voor gemene rekening (FGR) hebben niet kunnen voorkomen dat de poging van de Europese Commissie om via Ucits een interne markt voor Europese beleggingsfonsen vooral Luxemburg ten goede is gekomen.
Luxemburg onaangevochten op één
Inmiddels hebben Ucits-geregistreerde fondsen meer dan 7.000 miljard euro onder beheer, tegen 2800 miljard voor niet-Ucits fondsen. De verschuiving ten gunste van Ucits is ook aan de Nederlandse beleggingsfondsenmarkt niet voorbij gegaan: de omvang ervan is tussen 2001 en 2013 gedaald van 60,5 naar 47 miljard euro, schrijft van der Scheer op basis van Lipper.
De oorzaken van deze verschuiving zijn volgens van der Scheer gelegen in het feit dat Nederlandse fondsaanbieders een deel van hun fondsenrange naar Luxemburg hebben verplaatst, vanwege internationale ambities. De Luxemburgse assets van Nederlandse fondshuizen zijn sinds begin deze eeuw meer dan verdubbeld, tot boven de 50 procent.
Consolidatie in de Nederlandse fondsenindustrie en de invoering van banken van open architectuur door de grootbanken hebben daar ook aan bijgedragen.
Share classes
Tot slot spelen volgens van der Scheer ook belangrijke uitgangspunten als schaalgrootte en flexibiliteit de Nederlandse sector parten. Zo kent Luxemburg het grote voordeel van share classes.
Wel valt op dat het aandeel van Ucits-fondsen weliswaar in Nederland, Italië en België groot is, maar niet in landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Daar is het marktaandeel van lokale fondsen significant groter.
Van der Scheer concludeert dat de vermogensmigratie een negatieve impact heeft gehad op de Nederlandse beleggingsfondsenindustrie. Er is vooral ook veel hoogwaardige werkgelegenheid verloren gegaan.