Hedgefondsen bieden niet de oplossing voor alle problemen, noch staan ze garant voor dubbelcijferige rendementen, maar ze worden wel steeds interessanter in een gediversifieerde portefeuille’, zegt Phillippe Ferreira, cross-assetstrateeg en hedgefondsonderzoeker van het Franse fondshuis Lyxor Asset Management.
In een recent onderzoeksrapport proberen Fereirra en zijn collega’s een antwoord te vinden op de vraag of een nieuw tijdperk is aangebroken voor hedgefondsen. Op basis van historische trends en de lage rendementsverwachtingen in andere beleggingscategorieën, concluderen ze dat er een aantal goede jaren in het verschiet kunnen liggen voor de sector.
Geen fondscategorie spreekt meer tot de fantasie van beleggers en is tevens zo verguisd als hedgefondsen. Toen hedgefondslegende George Soros (foto) – volgens het Amerikaanse zakenblad Forbes persoonlijk goed voor meer dan 22 miljard dollar – zich vorige maand uitliet over de Chinese yuan sidderden de markten. Het verhaal over hoe hij met zijn Quantum-hedgefonds in 1992 door groot te speculeren een devaluatie van het Britse pond afdwong en er 1 miljard dollar winst op maakte, staat in het collectieve geheugen van beleggers gegrift. Ook in de Aziëcrisis van 1997 zagen velen de hand van Soros.
Dat het ook de andere kant op kan gaan, bewees de breed uitgemeten ondergang van Long Term Capital Management (LTCM) in 1998. Het door obligatiehandelaar John Meriwether opgezette hedgefonds, met verder Nobelprijswinnaars Myron Scholes en Robert Merton aan het roer, deed het financiële systeem wankelen. Uiteindelijk liet de deconfiture van LTCM een gat van bijna 5 miljard dollar achter, mede als gevolg van verliezen op zwaar geleveragede posities in Russische obligaties.
Kredietcrisis
Toen in de kredietcrisis vanaf 2007 de kredietmarkten opdroogden, kwam opnieuw hoge leverage binnen de sector aan het licht. Sommige hedgefondsmanagers, zoals John Paulson – wiens persoonlijk vermogen Forbes schat op 11,4 miljard dollar – met zijn Paulson Credit Opportunity Fund, verdienden fortuinen door in te zetten tegen de subprime obligatiemarkt. Dit verhaal komt terug in het boek The Big Short, waarvan de gelijknamige film afgelopen maand in première ging.
De geforceerde afbouw van schulden die volgde, wordt echter door onderzoekers, onder wie Lyxors Ferreira, gezien als oorzaak voor het achterblijven van de categorie in een markt waarin ze zich bij uitstek had moeten bewijzen als ‘hedge’. Als reactie op de crisis, draaiden centrale banken wereldwijd de geldkraan open. De lage rente in combinatie met directe steunaankopen, gaf de koersen van aandelen en obligaties jarenlang de wind in de rug. Voor long-shorthedgefondsen bijvoorbeeld maakte dit het moeilijk om geschikte short-kandidaten te vinden.
Terwijl de rendementen achterbleven, ontstond tumult over de relatief hoge beheer- en prestatievergoedingen in de sector. Pensioenfondsen als het Amerikaanse CalPers en het Nederlandse Pensioenfonds Zorg en Welzijn zeiden met name hierom de afgelopen jaren hun allocatie naar de sector te willen afbouwen. Veel hedgefondsen hebben intussen het mes gezet in het standaardmodel, waarin 2 procent over het vermogen onder beheer plus een prestatiebeloning van 20 procent van de winst werd berekend.
Teleurstellend jaar
Afgelopen jaar was echter wederom een teleurstellend jaar voor tal van grote namen uit de hedgefondswereld. Negatieve verrassingen op het vlak van grondstoffen- en energieprijzen, risicovolle bedrijfsobligaties, oftewel junkbonds, en opkomende markten vertaalden zich in karige rendementen. De samengestelde index van het Amerikaanse Hedge Fund Research (HFR) verloor 0,9 procent en bleef daarmee achter bij een passieve belegging in de S&P 500 index, die een rendement van 1,2 procent (inclusief dividend) opleverde. De kleinere Lyxor Hedge Fund Index met een meer Europees perspectief bleef steken op een ‘marginale’ plus van 0,2 procent.
Lyxor onderscheidt zes soorten hedgefondsen. Voor de segmenten: event driven, global macro, longshort equity, fixed income arbitrage en commodity trading advisors (CTA’s), heeft het Franse fondshuis een subindex. Een zesde categorie vormen de multi strategy-fondsen. De subindices voor long-short equity en global macro boekten over 2015 positieve rendementen van 4,1 procent en 2,4 procent. De overige drie subindices daalden met om en nabij de 3 procent.
Bill Ackman van Pershing Square Holdings, met een aandelenstrategie die als event driven getypeerd kan worden en die genoteerd is aan de Amsterdamse effectenbeurs, maakte in januari een ongebruikelijke knieval voor beleggers. De bewierookte hedgefondsmanager schreef beleggers een excuusbrief nadat afgelopen jaar meer dan een vijfde van de beurskoers van zijn beleggingsvehikel in rook was opgegaan.
Strateeg Ferreira ziet de recente turbulentie echter als voorbode van de omslag. De Amerikaanse Federal Reserve wil haar handen dit jaar verder van de markt aftrekken. De opdrogende liquiditeit stelt volgens Ferreira een limiet aan de wereldwijde beursrally. Ook andere grote fondshuizen prenten beleggers in dat ze komende jaren met minder genoegen zullen moeten nemen.
Daar komt bij dat vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de veronderstelde voordelen van diversificatie door aandelen en obligaties te combineren in een portefeuille. Afgelopen jaar stonden beide categorieën immers vaak gelijktijdig onder druk. Ferreira stelt dat in deze omgeving hedgefondsstrategieën zich kunnen bewijzen, zowel rendementsverhogend als risicoverlagend.
Uit een doorrekening van drie mogelijke scenario’s voor de komende jaren concludeert Lyxor dat voor de sector als geheel een jaarlijks rendement is te behalen van 5 tot 6 procent boven de risicovrije rentevoet.
Implementatie strategie
Gevraagd naar manieren waarop hedgefondsstrategieën in een doorsnee portefeuille geïntegreerd kunnen worden, geeft directeur Mark Baak van Privium Fund Management drie voorbeelden.
Om te beginnen kunnen beleggers door gebruik te maken van fondsen die beleggen in hedgefondsen de selectie overlaten aan professionals. Op deze manier is de toetredingsdrempel om in te stappen lager en kan ook in fondsen worden belegd waar anders geen toegang toe verkregen kan worden, wijst Baak. ‘Een nadeel vormt de extra kostenlaag, al zijn de fees de afgelopen jaren gereduceerd.’
Een andere mogelijkheid is het integreren van hedgefondsstrategieën in traditionele portefeuillecomponenten. Zo kan een deel van de aandelen- of obligatieweging worden gealloceerd naar long-short-strategieën of arbitragestrategieën. ‘Een breed gespreid mandje long-short-equityfondsen is vrijwel zeker minder risicovol dan de aandelenportefeuille’, stelt Baak. ‘Wanneer de rendementen uit het verleden enige sturing geven dan kan het zelfs het rendement van de portefeuille verhogen.’
Een derde optie is het specifiek toevoegen van hedgefondsen die een lage(re) correlatie hebben met de aandelenindices. ‘Er kan dan gedacht worden aan hedgefondsstrategieën zoals CTA’s, global macro, arbitragestrategieën en/of de strategie equity market Neutral’, aldus Baak.
Lyxor, dat ook producten als funds-of-hedgefunds aanbiedt, adviseert de allocatie naar hedgefondsstrategieën in elk geval op te trekken. Ferreira ziet een allocatie van 10 à 15 procent voor een institutionele belegger als redelijk. ‘Partijen zoals private banks kunnen hoger gaan.’
Dit artikel is verschenen in het Fondsnieuws-magazine 'De staat is de echte innovator'.