Dit concludeert Standard Life Investments (SLI) uit eigen onderzoek naar de sector. Het fondshuis onderzocht de impact op de lange termijn van de lage rendementen voor Europese verzekeraars.
Toekomstige verplichtingen
Daaruit blijkt dat de verzekeringssector vreest in de toekomst onvoldoende rendement te behalen om aan haar toekomstige verplichtingen te kunnen blijven voldoen. Dit geldt met name voor de levensverzekeraars.
Voor het onderzoek werden managers van 56 Europese verzekeraars ondervraagd. Hieruit concludeerden de onderzoekers een aantal conclusies.
Rendement onvoldoende
Europese verzekeraars zijn mogelijk niet langer in staat voldoende rendement te behalen om aan hun verplichtingen te voldoen. Het verwachte toekomstige rendement van 2,4 procent is te laag. Veel respondenten verwachten significante strategische en tactische veranderingen in de asset allocatie te moeten doorvoeren om het rendement te verbeteren.
De vrijheid van verzekeraars in hun beleggingsbeleid wordt beperkt door de komst van Solvency II. Daarbij wordt het aantrekkelijker om het vermogensbeheer uit te besteden, maar er bestaan zorgen over de capaciteit van de fondsbeheerders en de vraag is of er voldoende fondsmanagers zijn die aan de complexe eisen van verzekeraars kunnen voldoen.
SLI wijst erop dat Solvency II ontwikkeld is in totaal andere economische omstandigheden. De laatste tijd rijzen de vragen over deze nieuwe toezichtregels in het licht van de huidige lage rente.
Nederlandse verzekeraars
Het niet-beursgenoteerde Achmea geldt als grootste verzekeraar van Nederland. Maar ook beursgenoteerde partijen als NN, Aegon en Delta Lloyd zijn groot in met name levensverzekeringen. Reaal en ASR zijn sinds hun redding door de Nederlandse staat in overheidshanden.
Waar voorheen de Nederlandse markt meer en meer gedomineerd werd door enkele grote bankverzekeraars, is deze ontwikkeling sinds de financiële crisis omgeslagen. Steeds vaker worden de conglomeraten opgesplitst langs de lijnen van verzekerings-, bank- en beleggingsactiviteiten.