Niet zo lang geleden nog leken de prijzen van grondstoffen als olie, ijzererts en koper maar één kant op te kunnen gaan: verder omhoog. Er werd zelfs gesproken van een ‘supercyclus’ in grondstoffen. Hoe anders is de situatie nu.
Breed samengestelde grondstoffenindices zijn sinds mei 2011 gehalveerd en de prijzen stonden afgelopen maand weer op het niveau van begin deze eeuw. De oorzaak? Een toegenomen aanbod dat de dalende vraag, vooral vanuit China, ’s werelds grootste importeur van grondstoffen, overstijgt.
Desondanks worden nieuw geopende mijnen of oliebronnen niet direct weer gesloten vanwege de enorme investeringen die eraan voorafgaan. Zelfs minder efficiënte mijnen sluiten kan ingewikkeld zijn. De terugkeer naar een evenwicht tussen vraag en aanbod wordt bovendien vertraagd door de waardevermindering van de valuta van veel opkomende landen. De meeste grondstoffen worden namelijk in dollars verhandeld. Wordt de dollar sterker, zoals de afgelopen jaren het geval is geweest, dan nemen inkomsten voor bedrijven uit bijvoorbeeld Brazilië in relatieve zin toe, en zijn ze minder snel geneigd de ‘output’ te verlagen.
De prijzen van veel grondstoffen zijn echter dermate hard gedaald dat er nu slachtoffers vallen. ‘Rusland, Nigeria, landen uit het Midden-Oosten, Noorwegen, Zweden, Canada en Australië’, zo somt Amit Lodha, beheerder van het Fidelity Global Focus Fund er een aantal op. Netto-invoerders van grondstoffen profitéren juist van de lage prijzen. ‘Denk hierbij aan China, India, Japan, maar ook de eurozone’, aldus de fondsmanager. Omdat het hier de grotere economieën betreft, zijn de lage grondstofprijzen per saldo positief voor de groei van de wereldeconomie.
Dalende grondstoffenprijzen drukken de inflatie waardoor de koopkracht van consumenten stijgt en de druk op centrale banken om de beleidsrentes te verhogen, afneemt.
Lagere benzineprijzen
‘In aan consumenten gerelateerde sectoren vind je dan ook de grote winnaars. Wat wil je ook als je in de VS niet langer 4 dollar maar nog slechts 2 dollar per gallon aan de pomp betaalt’, zegt Lodha.
De helft van die besparing, zo blijkt uit onderzoek, zegt hij, wordt gebruikt om schulden mee af te lossen, 25 procent gaat naar de spaarrekening en de overige 25 procent wordt gebruikt voor consumptie. ‘Mensen gaan dus vaker uit eten of kopen een nieuwe smartphone’, aldus de Fidelity-specialist. ‘De nieuwe iPhone beleeft een van zijn beste productcycli ooit. Daarmee is Apple een van de bedrijven die het sterkst profiteren van de lage olieprijs.’
Ook voor de reisbranche is de in de afgelopen twaalf maanden met 60 procent gedaalde olieprijs gunstig. ‘Vliegen wordt goedkoper. Zo zijn de extra brandstoftoelagen op vliegtickets inmiddels verdwenen. Behalve voor vliegmaatschappijen is dit positief voor (beursgenoteerde) luchthavens zoals die van Zürich. Meer reizigers betekent meer geld in het laatje, want wat anders kun je op een luchthaven doen dan shoppen?’
Winnaars, zo vult Matthias Meyer van Deutsche Asset & Wealth Management aan, zijn uiteraard ook de grote energieverbruikers in de (chemische) industrie, ‘tenzij ze hun energiekosten volledig gehedged hebben, maar meestal beperkt zich dat tot de helft van de rekening. Hier vertalen lagere kosten zich vrijwel een op een in hogere marges.’
Energiebedrijven zijn daarentegen de grote verliezers, al werkt de daling van de olieprijs niet volledig door in de omzet omdat ze meer doen dan alleen olie uit de grond pompen. Toch kunnen de huidige olieprijzen verstrekkende gevolgen hebben, zegt het hoofd liquid real assets Europe & Asia van Deutsche AWM. ‘Waarom beleg je in oliebedrijven? Vanwege hun dividendbeleid. In het verleden groeide het dividend gestaag, maar of ze dat kunnen volhouden, of zelfs maar op het huidige niveau voortzetten, wordt een hele uitdaging. Blijft de olieprijs zo laag, dan moet je de komende zes tot twaalf maanden niet uitsluiten dat ze moeten snijden in het dividend. In onze dividendstrategieën zijn we momenteel dan ook voorzichtig ten aanzien van energiebedrijven.’
Dienstverleners
Ook dienstverleners aan de olie- en gasindustrie worden door teruglopende investeringen geraakt. Maar er zijn ook uitzonderingen. Zo noemt Meyer bijvoorbeeld de bedrijven die oliepijpleidingen verhuren waarbij wordt gewerkt met langlopende contracten. ‘Je moet het binnen een sector per bedrijfstak en bedrijf beoordelen.’
Wat de prijscyclus van veel grondstoffen volgens de Duitse beleggingsspecialist typeert, is dat die ‘mean reverting’ is, oftewel: altijd terugkeert naar zijn historische gemiddelde. Als aandelenbelegger dien je je daar bewust van te zijn, zegt Meyer.
Zo verwacht hij dat de goudprijs binnen anderhalf jaar weer zal aantrekken, wat positief zou kunnen uitpakken voor aandelen van mijnbouwbedrijven die dit edelmetaal uit de grond halen. Dit in tegenstelling tot koper, dat nog in een ‘vroegere fase van het consolidatie- en efficiencyproces’ zit.
Lodha is in dat opzicht positief gestemd over energiebedrijven, omdat een aantrekkende economische groei onherroepelijk tot een toenemende vraag naar een ‘basisproduct’ als brandstof zal leiden. Hij besluit: ‘Bij het onderscheiden van de toekomstige winnaars en verliezers proberen we altijd de markt voor te zijn of de winnaars te selecteren die niet direct herkend worden. Juist die aandelen zullen het goed doen.’
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine, dat op 16 september bij Het Financieele Dagblad is verschenen.