Quantcast
Channel: Investment Officer
Viewing all articles
Browse latest Browse all 14256

Kabinet licht argumenten vermogensbelasting toe

$
0
0

Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën rechtvaardigt dit besluit met een verwijzing naar de geschatte rendementen op aandelen, obligaties en vastgoed.

De wijziging in de belasting op vermogens ziet er volgens de woensdag gepubliceerde Miljoenennota als volgt uit:

– Vrijstelling spaargeld en beleggingen: tot 25.000 euro per persoon;
– Voor vermogen tussen 25.000 en 100.000 is de effectieve belasting 0,87 procent (bij een fictief rendement van 2,9 procent);
– Voor vermogen tussen 100.000 euro en 1 mln euro is de effectieve belasting 1,41 procent ((bij een fictief rendement van 4,7 procent);
– Voor vermogen boven de 1 mln euro is de effectieve belasting 1,65 procent (bij een fictief rendement van 5,5 procent x 30 procent belasting is 1,65 procent van het vermogen).

In de bijlage bij het wetsvoorstel van dit kabinet, licht Wiebes toe hoe hij tot deze categorisering van het effectieve rendement is gekomen.

Zowel in samenleving als door belastingspecialisten en vermogensbeheerders is er de afgelopen jaren op gewezen dat de vermogensrendementsheffing van 1,2 procent voor behoedzame spaarders oneerlijk is. Mede door de kredietcrisis is de rente namelijk sterk gedaald.

Was in de jaren tachtig nog sprake van een depositorente van 6 procent, in 2014 was dat 1,3 procent en in 2015 is dat 1 procent. De Nederlandsche Bank verwacht dat het vijfjaarsgemiddelde van de rente over 2011 tot en met 2015 1,63 procent zal zijn - op voorwaarde dat de rente dit jaar inderdaad gemiddeld op 1 procent uitkomt.

Deze prognoses rechtvaardigen volgens het kabinet dat mensen met kleinere vermogens, die doorgaans vooral sparen, worden ontzien.

Staatssecretaris Wiebes gaat in zijn toelichting verder in op de verwachting die het kabinet heeft over rendementen voor aandelen, obligaties en vastgoed.

Op basis van de MSCI Europe Index in de periode 1994-2008 bedraagt het langetermijnrendement 8,25 procent - een historisch rendement dat dit kabinet als gerechtvaardigd acht voor de vaststelling van een effectieve belasting op vermogens.

Verder gaat het kabinet uit van een historisch rendement van 4 procent op obligaties, terwijl dit in 2014 1,45 procent was. Maar Wiebes stelt: 'Voor het langetermijngemiddelde wordt voor het rendement aangenomen dat het terugkeert naar het gemiddelde niveau in de periode 2002-2008 van rond de 4 procent.'

Daarnaast gaat Financiën uit van 4,25 procent op vastgoed en een rendement op de 'rest' (het gemiddelde van deze drie) van 5,50 procent. Dat rechtvaardigt volgens staatssecretaris Wiebes om voor mensen met grote vermogens ( meer dan 1 miljoen euro) op basis van dit fictieve rendement een effectieve belasting te heffen van 1,65 procent.

Deze aannames worden door asset managers in koor weersproken. In zijn vijfjaarsprognose gaat Robeco uit van een rendement op aandelen van hooguit 5,5 procent, omdat de bedrijfswinsten afnemen en conjunctuurcyclus maakt dat binnen afzienbare tijd van een nieuwe recessie sprake kan zijn.

Ook Lars Dijkstra, chief investment officer van Kempen Capital Management, laat in een reactie tegenover Fondsnieuws weten dat hij de visie van Robeco deelt.

Om de doelstelling van een rendement van 5,5 procent op een portefeuille van meer dan 1 miljoen euro te behalen, geeft het kabinet ook een asset allocatie-advies mee: 28 procent in aandelen, 45 procent in vastgoed, 12 procent in obligaties en 15 procent in het gemiddelde van deze drie genoemde asset classes (zie einde document).

Een dergelijke verdeling van de assets past in geen enkele van de door de AFM opgestelde risicoprofielen.

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 14256