In de driemaandsperiode daalde het vermogen onder beheer met 36,4 miljard euro, van 808 miljard euro naar 772 miljard euro. De daling deed zich met name voor bij aandelen- en obligatiefondsen, namelijk 22,1 miljard euro en 13,5 miljard euro respectievelijk.
Omkeer
De ontwikkeling is tegengesteld aan die in het eerste kwartaal, toen namen de vermogens van aandelen- en obligatiefondsen toe met 24,7 miljard euro en 20,8 miljard euro.
De daling in het tweede kwartaal werd vooral veroorzaakt door lagere aandelenkoersen. Daarnaast werd er voor 7,0 miljard euro aan inlegde gelden aan de beleggingsinstellingen onttrokken.
Koersen
Negatieve prijs- en wisselkoerseffecten drukte obligatiefondsen met 4,8 procent en aandelenfondsen met 4,2 procent. Dit was in lijn met de algemene ontwikkeling op de financiële markten, zegt DNB erbij.
Alleen de fondsencategorie 'overige fondsen' behaalde een beleggingswinst, van 6,5 procent. Dit kwam vooral door de waardestijging van grondstoffen.
Instituten
De netto-uitstroom werd volgens DNB met name veroorzaakt door institutionele beleggers.