Europese aandelen zijn dit jaar sterk uit de startblokken gekomen. Met een koersstijging van circa 16 procent laten de grootste beursfondsen uit de eurozone de wereldindex (+7 procent in lokale valuta) tot dusver ver achter zich. Veel beleggers zijn enthousiast geraakt over Europa vanwege de start van de grootschalige obligatie-aankopen door de Europese Centrale Bank (ECB). Een vergelijkbare kwantitatieve verruiming had immers een zeer positief effect op de Amerikaanse en Japanse aandelenmarkten. Maar voor Paras Anand (foto), hoofd Europese aandelen van Fidelity, is dat geen goede reden om positief te zijn over Europese aandelen.
'Wij verwachten niet dat de acties van de ECB tot een breed herstel van de economie zullen leiden. Duitsland presteert weliswaar al geruime tijd erg sterk en ook in Spanje en Ierland gaat het de goede kant uit. Maar tegelijkertijd blijven de economische vooruitzichten in Frankrijk en Italië zwak. Hier zullen vooral structurele hervormingen voor meer groei moeten gaan zorgen.' Volgens Anand moeten beleggers daarom de situatie per land beoordelen.
De fundamentals van de Europese bedrijven op de lange termijn wegen voor hem zwaarder dan het huidige macroplaatje. 'Ik heb veel meer vertrouwen in de winstontwikkeling, omdat vooral bedrijven met enige vertraging profiteren van de lagere olieprijs en de zwakkere euro', zegt Anand. De verwachte winstgroei voor de komende drie jaar ligt in Europa op gemiddeld 6 procent per jaar, wat duidelijk lager is dan de groei van 8 procent wereldwijd en van 10 procent in de Verenigde Staten. Hij ziet echter ruimte voor positieve winstverrassingen, omdat Europese bedrijven de komende jaren duidelijk de wind in de rug hebben dankzij de zwakkere euro. ‘Het bedrijfsleven is internationaal georiënteerd en haalt meer dan de helft van de omzet en winst buiten de eurozone.’
Lage waardering
Hij wijst erop dat de bedrijfswinsten in Europa nog ruim onder de niveaus van voor de kredietcrisis liggen en sterk kunnen toenemen zonder een duidelijke verbetering van de binnenlandse vraag. Door de goedkope euro en de relatief lage waardering zijn Europese bedrijven bovendien een aantrekkelijke overnameprooi. ‘Er zijn sowieso veel overname- en fusie-activiteiten omdat bedrijven hun portefeuille opschudden en zich meer richten op de kernactiviteiten. De voordelen daarvan moeten volgens Anand nog tot uiting komen in de winstontwikkeling van Europese bedrijven.
Wat dat betreft vindt hij het ook zeker interessant om te kijken naar specifieke sectoren, zoals telecom waar nog veel fusie- en overnameactiviteiten te verwachten zijn. Maar Anand benadrukt dat bedrijven op hun eigen merites beoordeeld moeten worden. Hij vindt dat Europese aandelen over het algemeen laag zijn gewaardeerd ten opzichte van de rest van de wereld. Zo noteert Europa tegen circa 16 keer de verwachte winst voor dit jaar, rond het langetermijngemiddelde, vergeleken met 16,7 voor de wereldindex en 17,4 voor Noord-Amerika. ‘We zien nog genoeg waarde in de Europese aandelenmarkt, maar er zijn ook veel dure aandelen. Daarom richten we ons op individuele bedrijven die het beter kunnen doen dan hun sectorgenoten.’
Zo vindt hij SAP momenteel een aantrekkelijk aandeel. 'De markt maakt zich zorgen over de transitie naar cloudoplossingen, maar wij denken dat het bedrijf hier goed gepositioneerd is. Een ander voorbeeld is UBS, dat zich meer gaat richten op vermogensbeheer en minder op zakenbankieren. Hierdoor kan de waardering van het aandeel omhoog', aldus Anand.
Louise Kernohan, investment manager in het Europese aandelenteam van Aberdeen, laat een voorzichtiger geluid horen. 'Wij vinden Europese aandelen niet langer goedkoop. De koersen zijn de afgelopen jaren sterk gestegen, terwijl de winsten min of meer gelijk zijn gebleven.' Maar vergeleken met de Amerikaanse aandelenmarkt vindt ze Europa wel aantrekkelijk gewaardeerd. Europa biedt ook een fraai dividendrendement van circa 3,5 procent, zeker afgezet tegen de extreem lage rente op obligaties.
'Aangezien het einde van de lage rente nog niet in zicht is, blijven Europese aandelen voorlopig gewild. Maar ook in fundamenteel opzicht is er genoeg reden om positief te blijven, nu de winstgroei eindelijk begint aan te trekken', zegt Kernohan. Bedrijven in Europa profiteren volgens haar niet alleen van de zwakkere euro, lage rente en gedaalde olieprijzen, maar hebben sinds de crisis ook hard gesneden in de kosten. 'Wanneer de omzet weer gaat groeien, zie je dat terug in een significante verbetering van de winstmarges.'
Kwaliteitsbedrijven
Europa is volgens Kernohan bovendien de thuishaven van kwaliteitsbedrijven met wereldwijd sterke marktposities. Dit is te danken aan de vroege industrialisering en het goede onderwijs in Europa, maar ook aan de kleine thuismarkten van landen als Nederland en Zwitserland, vertelt Kernohan. Een bedrijf als Unilever heeft een lange geschiedenis in opkomende markten, waardoor het een voorsprong heeft op Amerikaanse sectorgenoten.
Ze verwacht dat Europese aandelen verder zullen stijgen, maar waarschuwt dat beleggers rekening moeten houden met een hogere volatiliteit. Dit vanwege de opgelopen waarderingen en onzekerheden zoals de Griekse schuldencrisis. 'In geen enkele bullmarkt gaan de koersen echter in een rechte lijn omhoog.'
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine dat op 17 juni is verschenen.