Aan de vooravond van de grootste financiële crisis sinds de Grote Depressie van de jaren 30 was de grootste vermogensbeheerder ter wereld het Amerikaanse State Street, met een beheerd vermogen van bijna 2.000 miljard dollar. Dat was in 2007.
Een kredietcrisis en een eurocrisis later is het Amerikaanse BlackRock de grootste. Dat beheert nu liefst 4.500 miljard dollar (vier keer zoveel als in 2007), blijkt uit vorige week gepresenteerde kwartaalcijfers.
En BlackRock staat daarin niet alleen. Het eveneens Amerikaanse Vanguard maakte in augustus bekend dat het inmiddels meer dan 3.000 miljard dollar belegt, een verdubbeling sinds de crisis.
Vijf beheerders zijn nu groter dan 2.000 miljard euro. Ter vergelijking; het Nederlandse Robeco beheert omgerekend 261 miljard dollar en ING Investment Management ruim 400 miljard dollar.
Vergrijzing
De spelers zijn groter geworden, de taart is dat ook. Vermogensbeheer groeit doorgaans in gelijke tred met de economie. Maar de omvang neemt verder toe door de vergrijzing in Europa en de Verenigde Staten: we sparen meer voor ons pensioen.
Bovendien wordt ook in Azië steeds vaker belegd voor later. Advieskantoor PwC voorziet daarom een groei van de markt met circa 30 procent tot 2020 naar een beheerd vermogen van 100.000 miljard dollar.
Tegelijkertijd nemen de 'grote jongens' een steeds groter stuk van de taart. In 2007 zat circa een zesde van het beheerd vermogen bij de grote tien. Nu is dat al een derde. Ook die trend zet waarschijnlijk door.
Schaaleffecten
'Er treden schaaleffecten op', zegt Erik van der Zee, partner bij PwC. 'Grote spelers kunnen bijvoorbeeld wereldwijde dekking bieden. Verzekeraars en pensioenfondsen vragen daar steeds vaker naar. Schaal helpt ook bij het aantrekken van talent en bijbenen van technologische ontwikkelingen.’
Sinds de crisis is bovendien passief beleggen sterk in opkomst. Juist Vanguard en BlackRock zijn daar groot in en een flink deel van hun groei is te danken aan de instroom in fondsen die een index volgen. Schaalvoordelen zijn bij deze vorm van beheer extra belangrijk, omdat er fel op prijs wordt geconcurreerd.
De concentratie levert dus geen mededingingsbezwaren op, stelt Tom Rampulla (foto), directeur Europa van Vanguard. 'Voor de toezichthouder is er pas een probleem als er te weinig concurrentie is. En de markt is zeker competitief, zie de al maar dalende prijzen.'
Toch trekt de sterke groei van de top tien de aandacht van toezichthouders. Een lange stoet, van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) tot de Bank of England en de BIS (de bank der centrale banken in Basel), heeft zijn zorgen geuit. Niet over een gebrek aan concurrentie, maar vooral over de risico's voor de financiële stabiliteit.
Waarschuwing IMF
'De concentratie van vermogen bij een klein aantal zeer grote beheerders zorgt voor een verhoogd "brand risk"', schrijft het IMF deze maand in zijn Global Financial Stability Report.
Als op grote schaal geld uit een bepaald fonds wordt teruggetrokken kan dit volgens het IMF zorgen voor een schokeffect in de markt en imagoschade voor de beheerder van het fonds.
Dat kan weer nieuwe uitstroom tot gevolg hebben. Het vertrek van topbelegger Bill Gross bij Pimco was wat dat betreft een lakmoesproef. Beleggers trokken hun geld weg uit het door hem beheerde fonds, maar er dreigde ook een miljardenuitstroom bij heel Pimco, een reus op de obligatiemarkten.
Voor die test is de markt geslaagd, stelt Rampulla van Vanguard. 'Wij werken niet met geleend geld en kennen niet de onderlinge verbondenheid die banken wel hebben. Bij problemen wordt de plek van een partij, makkelijk overgenomen door een ander', zegt hij.
'Dat heeft de gang van zaken met de recente uitstroom uit obligaties bij Pimco wel bewezen. Die is goed opgevangen; beleggers stapten makkelijk over. Toezichthouders hebben ons verteld dat zij dit geval nauwkeurig hebben gevolgd, om te begrijpen hoe de sector in zo'n situatie functioneert.'
Kuddegedrag
Een ander bezwaar van het IMF, eerder geformuleerd door de BIS, is dat de concentratie bij een aantal zeer grote vermogensbeheerders kuddegedrag op de financiële markten verergert omdat zij allemaal in dezelfde effecten beleggen. Zo zit 50 procent van de bedrijfsobligaties uit opkomende markten in de fondsen van slechts vijf grote beheerders.
Larry Fink, bestuursvoorzitter van BlackRock, bestreed dit punt van IMF eerder dit jaar al in het FD. 'Wij zijn geen monoliet, zoals sommigen ons zien', aldus Fink.
'Sommige klanten willen kortlopende obligaties, sommige vastgoedleningen, andere Chinese aandelen. Wij verkeren niet in de positie dat wij zeggen: iedereen naar links, of iedereen naar rechts. Dat is de mythe, maar zeer incorrect.'
Copyright: Het Financieele Dagblad, 23 oktober 2014.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: